Wees altijd blij (1 Tess. 5,16)

 

Daar er minder Gregoriaans wordt gezongen, horen we nog zelden de Latijnse beginwoorden van het introïtus op de derde zondag van de Advent. Gaudete,Verheug u in de Heer te allen tijde Nog eens: verheug u! De Heer is nabij.” Het zijn woorden uit de brief van Paulus aan de christenen van Filippi (Fil, 4,4).

Zondag Gaudete

Gaudete, dit blijft de naam van deze zondag. Wij kunnen niemand dwingen om blij te zijn, maar we kunnen wijzen op wat ons blij maakt en blijvende vreugde geeft. Vreugde omdat kerstmis nabij is, vreugde omdat Jezus er is. Vreugde om het goede dat mensen doen al of niet in zijn naam.

In de kerstnacht hoorden herders een boodschap van grote vreugde; Doorheen gans zijn evangelie voedt Lucas deze vreugde. Op de paasavond delen de Emmaüsgangers hun vreugde met de apostelen in Jeruzalem.

De verrezen Heer neemt bij zijn hemelvaart zegenend afscheid van zijn leerlingen. Deze keren daarop met grote blijdschap naar Jeruzalem terug, naar het leven van elke dag. De vreugde zal hen en de christenen na hen begeleiden. Een christen mag een vreugdezaaier zijn.

“Wees altijd blij”, is dit wel mogelijk? Er komt toch zoveel op mensen af. Samenleven is niet gemakkelijk. Er is de zorg om het dagelijks brood. Er zijn schrijnende tegenstellingen in onze wereld. Er zijn de vele doden van de voorbije maanden en de diepe vetes.

Vreugde vanuit een ontmoeting

Tien jaar geleden in 2013 schreef paus Franciscus zijn bemoedigende brief over de vreugde van het evangelie. In de audiëntie van woensdag 15 november 2023 heeft hij dit hem zo geliefde thema terug belicht.

“Het Evangelie is geen ideologie. Het Evangelie is een boodschap, een boodschap van vreugde. Ideologieën zijn koud, allemaal. Het Evangelie heeft de warmte van de vreugde. Ideologieën kunnen niet glimlachen, het Evangelie is een glimlach, het doet je glimlachen omdat het je ziel raakt met de Blijde Boodschap.”

De ontmoeting met Jezus verschaft je steeds de vreugde en als je dat niet overkomt, dan is het geen echte ontmoeting met Jezus. De vonk moet overslaan. Wanneer zijn we door hem geraakt en aangesproken?

Een wegbereider

In de woorddienst van vandaag komt Jezus nog niet aan het woord. Wij horen wel Johannes die hem aankondigt als het Licht, als de man die komt en zijn meerdere is (Joh. 1,6-8).

Johannes is de voorloper, hij mag Jezus aanduiden. De man die ten dienste staat van Jezus en zich kan wegcijferen. Het is een mooie taak voorloper te mogen zijn. Als christen zijn we wegwijzer naar Jezus. Dit is mooi verwoord in het vierde evangelie waar Johannes zich beschouwt als de vriend van de bruidegom en verklaart: “Gij zijt zelf mijn getuigen, dat ik gezegd heb: Ik ben de Messias niet, maar een gezondene om voor Hem uit te gaan.  De bruidegom is hij die de bruid heeft, maar de vriend van de bruidegom, die staat te luisteren of hij hem hoort, is al vol blijdschap wanneer hij de stem van de bruidegom verneemt. Zo nu is mijn vreugde en ze is volkomen.  Hij moet groter worden maar ik kleiner”(Joh. 3,27-30).

Pater Vincent Lebbe (1877-1940), die een grote rol had voor de kerk in China en de wijding van de eerste Chinese bisschoppen stichtte onder meer de congregatie Broeders van Johannes De Doper voor de vorming van missionarissen. Een aantal komt uit Vietnam dat slechts toelating geeft tot een beperkt aantal kandidaten voor het seminarie of kloosters. Het ‘teveel’ aan kandidaten wordt dan , in samenwerking met bisdommen of kloosters, naar het buitenland doorverwezen. In Taiwan worden zij met open armen ontvangen.

Johannes met het grauwe boetekleed, zoals afgebeeld met de verwijzende vinger op het Isenheimeraltaar komt wel niet direct als een blij man over.

Op het retabel van het Lam Gods; geschilderd door de gebroeders van Eyck, staat Johannes tweemaal en hij lijkt veel milder. Hij is afgebeeld langs de voorkant van het retabel. Hij is gekleed met een zachte groene mantel, verwijzend naar de gekroonde figuur in het midden, die de verheerlijkte Christus kan zijn en langs de andere kant, de moeder van Jezus. Op een zijpaneel van de achterkant staat hij afgebeeld naast de schenker van het drieluik en met het lam in de handen. Dit beroemde retabel beeldt uit hoe schoon en blij makend Gods boodschap is.

Gezalfd voor de blijde boodschap

Wij hebben deze derde adventszondag een heel sterke tekst van Jesaja (Jes. 61,1-2;10-11) De uitverkoren dienaar van God wordt gezalfd om aan armen de blijde boodschap te brengen, om te genezen en te bevrijden. Het is een tekst met een grote belofte. Het is deze tekst die Jezus zal lezen wanneer hij in de synagoog van Nazareth de Schrift opent en op zichzelf toepast (Lc. 4, 16-22). Jesaja projecteert daar al een foto van Jezus en stelt voor wat Jezus zal doen en wat hij blijft doen.

Jezus heeft in Israël deze opdracht vervuld. Hij blijft zijn kerk, mannen en vrouwen oproepen om die zending voort te zetten. Zijn programma, meegegeven door Jesaja, is nog niet afgewerkt. Hij heeft onze handen, ons hart, ons hoofd en onze voeten nodig. In deze tekst van Jesaja steekt al de vraag die Jezus ons bij het oordeel zal stellen: “Wat hebt ge gedaan voor de geringste van mijn broeders en zusters?” (Mt. 25,33-46).

Het programma dat Jesaja voorstelt is hoopvol. Het is doorheen kleine stappen van aandacht voor een mens, van zorg voor onze wereld dat het reeds tot stand komt. Waar we dergelijke stappen wordt gezet, is al reden tot vreugde en dankbaarheid.

Enkele aansporingen

Paulus zag daarvan voorbeelden bij de christenen van Tessalonica. De bemoedigende woorden die hij tot hen richt, gelden tot op vandaag. Nemen we ze mee voor de komende tijd?

Zorgt dat niemand kwaad met kwaad vergeldt.

Streeft steeds naar wat goed is voor elkaar en voor alle mensen.

Weest altijd blij.

Bidt zonder ophouden.

Dankt God voor alles. Dit is het wat God van u verlangt in Christus Jezus.

Blust de Geest niet uit,

kleineert de profetische gaven niet,

keurt alles, behoudt het goede.

Houdt u verre van alle soort kwaad.

De God van de vrede,

Hij moge u heiligen, geheel en al.

Heel uw wezen, geest, ziel en lichaam

moge ongerept bewaard zijn

bij de komst van onze Heer Jezus Christus.

Die u roept is getrouw:

Hij zal zijn woord gestand doen” (1 Tess. 5,16-24).

Bezorgd en toch vreugdevol

Er zijn heel wat redenen om bezorgd te zijn over kerk en wereld. Wegwijzers zijn niet de weg gegaan, die ze aanduiden. Groepen kunnen grimmig tegenover elkaar staan. En toch, dankzij de boodschap van het evangelie en hen deze beleven, hebben we redenen genoeg om blij te zijn. Niet één uur, één dag maar altijd.

Jezus is de vreugde. Hij is de mens geworden God die bij ons gekomen is! Paus Franciscus zei in zijn toespraak: “De vraag is niet om Hem te verkondigen, maar hoé Hem verkondigen. En dat “hoe”, dat is de vreugde. Ofwel verkondigen we Jezus met vreugde, ofwel verkondigen we Hem niet. Immers een andere weg om Hem te verkondigen, is niet in staat de waarachtige werkelijkheid van Jezus over te brengen.

Dat is de reden waarom een ontevreden christen, een treurige christen, een onvoldane christen of, erger nog, een wrokkende en rancuneuze christen niet geloofwaardig is. Hij zal over Jezus spreken, maar niemand zal hem geloven. Iemand zei mij ooit, sprekend over dit soort christenen: ‘Het zijn christenen met het gezicht van een stokvis!’

In de voorafgaande weken had de paus reeds enkele merkwaardige christenen voorgesteld, zoals Madeleine Debrel, Zuster Josephine Bakhita, Charles de Foucauld, getuigen van de vreugde van het evangelie.

Degene die wij verkondigen is groter dan onszelf. Laten we elkander helpen om tussen de donkere wolken toch de zon te blijven zien.