Vader, vergeef me...

Beste vrienden,

De “Parabel van de verloren zoon” is een stukje uit het Evangelie dat echt voor zichzelf spreekt. Je hoeft er niet veel aan te verklaren, en persoonlijk vind ik deze parable het mooiste en meest aangrijpende verhaal van Jezus in het Evangelie.  In een goed verhaal moeten de toehoorders zich met één van de hoofdpersonages kunnen identificeren. En zo kunnen we ook hier vragen: “met welk van de drie personages vereenzelvig ik mij?”   

Sommigen zullen zichzelf misschien in de vader herkennen. Die moet aanvaarden dat zijn jongste zoon hem verlaat, hem de rug toekeert, niets meer met hem te maken wil hebben en alle schepen achter zich verbrandt.  En de vader kan niets doen, alleen wachten, zich zorgen maken en hopen. 
Hoeveel ouders met “verloren zonen en dochters” worden niet met een zelfde situatie geconfronteerd?   

De oudste zoon: heel zijn leven lang heft hij plichtsgetrouw zijn taak vervuld, hard gewerkt en zichzelf geen enkele escapade veroorloofd. Velen kunnen zich het best met hem, en met zijn woede, vereenzelvigen. Zijn broer heeft een liederlijk leven gevoerd en alles verbrast. Maar van het ogenblik dat hij terug opdaagt, geeft vader een groot feest ter zijner ere, is dat niet onrechtvaardig?

Is er misschien ook iemand die zich met de verloren zoon zelf kan vereenzelvigen? Iemand die kan zeggen: “Ik vond ook dat ik uit alles moest uitbreken. Ik ben ook weggegaan, heb iedereen de rug toegekeerd en daarbij ook veel porselein gebroken, ik was al heel ver weg van God…    

En misschien zijn er hier wel mensen die, juist zoals de verloren zoon, ook in een sociale afgrond zijn gevallen en alles tenonder hebben zien gaan. Maar achteraf kunt ge dan misschien zeggen: “die instorting was nodig, ze heeft me de ogen geopend en me veranderd, en daardoor kon ik mijn leven een nieuwe richting geven.”

Lieve mensen, die parabel van de verloren zoon wordt ook al wel eens “het evangelie in het evangelie” genoemd: de in verhaalvorm gegoten essentie van de Heilsboodschap. 

De vader staat in het verhaal voor God. Jezus zegt dat God ons aller hemelse Vader is. En wij zijn Zijn kinderen, zijn geliefde zonen en dochters. – “Gij zijt mijn geliefd kind, gij zijt altijd bij mij, en alles wat van mij is, is ook van jou.”  Dat zegt God tegen ieder van ons. En die zekerheid mag de basis en de kern van heel ons leven zijn. God wil dat ik me bij Hem thuis voel, dat ik in zijn vaderhuis geborgen ben. Maar tegelijk heft God de mens vrij geschapen, vrij om Ja of Neen te zeggen. En daarom moet God het aanvaarden wanneer mensen “Neen” zeggen, wanneer ze zich van Hem afkeren en weggaan naar een schijnbare vrijheid, die in werkelijkheid alleen maar naar een diepe duisternis leidt, naar de innerlijke dood. (daarbij denken we aan de woorden van de vader: “Mijn zoon was dood – de mens is zonder God innerlijk dood, ook wanneer hij zelf denkt dat hij zich fantastisch uitleeft…)  God moet dat aanvaarden, maar Hij verliest niemand uit het oog, hij vergeet geen enkel van zijn kinderen en Hij wacht op hun terugkeer, op de thuiskomst van ieder van hen.  

En samen met God moeten ook wij wachten en hopen. Hoeveel verloren zonen en dochters zijn er in onze tijd? Ik ben ervan overtuigd dat ieder van jullie er wel enkele kent. Het is belangrijk dat wij ook aan hen denken en voor hen bidden. In onze gebeden moeten wij al onze broers en zussen mee opnemen, ook diegenen die niets meer met ons te maken willen hebben. Wij vragen alleen: “Laat ook hen de weg terug vinden naar de Vader.”  

Een terugkeer naar God en naar zijn gebod van naastenliefde hebben wij allemaal regelmatig van doen. . Ook diegenen onder ons die, net zoals de oudere zoon, een beetje lijden aan zelfingenomenheid en die soms ook ondankbaar zijn. De apostel Paulus vraagt ons vandaag uitdrukkelijk: “Wij smeken jullie namens Jezus Christus, verzoent u met God.”  

Die verzoening kan gebeuren in een persoonlijke Biecht of ook in een boeteviering. Dat is in de huidige tijd niet gemakkelijk, want schuld bekennen is niet aangenaam en vergt altijd weer een overwinning op jezelf. Ook de verloren zoon had moed nodig om in die zure appel te bijten. Maar die eenvoudige, vanuit het hart opwellende woorden “Vader vergeef me…” hebben zich voor hem zeker geloond. Er kwamen geen verwijten, hij kreeg ook geen donderpreek over zich heen, maar hij werd door de Vader liefdevol omhelsd en vreugdevol terug opgenomen.     

Wie de moed heeft om zich met God te verzoenen, wie zijn trots en zijn eigengereidheid, wie om zo te zeggen de oudere zoon in ons overwint, die zal dat nooit berouwen. Want hij zal iets kostbaars vinden: De vrede met God, de zekerheid terug thuis te zijn en de mogelijkheid om terug een nieuw begin te kunnen maken.   Amen